De Ster

De Ster

De molen de Ster is gebouwd op een vierkante stenen voet van 9,4 m x 9,4 m en een hoogte van 6,0 m. Op de begane grond is de kapperij en op de eerste zolder ligt de wentelas. Hierop staat het achtkant met op de tweede zolder een houten vierkant overgaand in een houten achtkant. De balie bevindt zich 10,4 m boven de grond.

De Ster is een achtkante baliemolen, wat wil zeggen dat het bovenste gedeelte van de molen achtkantig is en dat de wieken niet tot aan de grond reiken, maar bereikbaar zijn vanaf een houten constructie, de balie.

Op het achtkant is de draaibare kap geplaatst met daarin de wiekenas. Het achtkant en de kap zijn met riet gedekt.

Het wiekenkruis is oud Hollands opgehekt. De gelaste stalen roeden zijn van Bremer uit Adorp en dateren uit 1968. De lengte van de roeden is 22,0 m. De gietijzeren bovenas is afkomstig uit de gesloopte korenmolen van Oudenhoorn en is gegoten in 1876 te 's Gravenhage door de gieterij De Prins van Oranje. De molen heeft een Vlaamse vang (rem) bestaande uit vier stukken en wordt bediend door een wipstok. De kap draait op een lagering van 40 iepenhouten rollen, de kap wordt gekruid (gedraaid) met een kruirad.

De molen is ingericht met de volgende werktuigen:

  • Een kollergang met buil voor het malen / mengen van specerijen.
  • 5 kuipen met elk 4 stampers voor het malen van snuif
  • 2 koppel specerijenstenen
Molens aan de plas

Kollergang

De kollergang bevindt zich in een aparte aanbouw, de kantsteenloods en wordt aangedreven door de wentelas. De wentelas draait net boven de eerste zolder en drijft ook de stampers aan. De kollergang bestaat uit twee granieten kantstenen die op een gietijzeren ligger draaien. De kantstenen hebben een diameter van 1,85 m en een dikte van 40 cm. Elke steen weegt ca. 2.500 kg.

De overbrengingsverhouding tussen de wiekenas en de kollergang is 1:0,4. Dit betekent dat het toerental van de kollergang tussen de 6 en de 8 omwenteling per minuut ligt

Naast de kollergang staat een zeskante buil die gebruikt wordt voor het zeven van de specerijen.

Molens aan de plas

Kuipen

De stampers en de kuipen worden aangedreven door de wentelas. De wentelas wordt via een lange spil aangedreven door de wiekenas. Voor elke stamper zitten drie spaken op de wentelas, zodat elke stamper drie keer wordt opgetild bij één omwenteling van de wentelas. Aan elke stamper zijn twee messen bevestigd die de snuiftabak fijn kappen.

De overbrengingsverhouding tussen de wentelas en de bovenas is 1:0,91. Per minuut valt er dan tussen de 160 en 200 keer een stamper in de kuip.

Molens aan de plas

Specerijenstenen

Op de baliezolder bevinden zich 2 koppels blauwe specerijsteentjes met een diameter van 1 m. Deze steentjes worden gebruikt voor het malen van specerijen. De stenen zijn bij de uitloop voorzien van schudzeven.
De stenen worden aangedreven vanaf de spil en de overbrengingsverhouding is 1:6,69. Dat betekent dat de stenen tussen de 100 en 130 toeren per minuut draaien als de molen 60 enden loopt.

Op de zolder boven de stenen hangt een hijsinrichting, het luiwerk, voor aan- en afvoer van de specerijen.

©2024 Stichting Molens aan de Plas - Alle rechten voorbehouden